-an de inhuldiging van Graaf Engelbert van n Johanna van Polanen als Heer en Vrouwe van de ;tad, destijds woonachtig in het Kasteel van Breda. Bracht dit kasteel Breda zijn voornaamheid en aanzien, iet was er tevens oorzaak van, dat Breda bij herhaling werd belegerd. De meest bekende herovering van de stad speelde zich in het jaar 1590, toen Turfschipper Adriaan van Ber en de bekende list met het turfschip uitvoerde. Solda den, verborgen onder de opgestapelde turf, heroverden het kasteel, nadat Adriaan van Bergen door het Span- lardsgat was binnengevaren en speelden het op die wijze in handen van de commandant van Maurits' troe- en Charles de Héraugière. Tot Spanjaardsgat vindt men, goedbewaard, nabij de .-laven. Twee lage geschutstorens, de Granaat- en Dui- vontoren genaamd, flankeren de waterpoort. De torens lammen uit 1509 en doen momenteel dienst als kapel voor godsdienstoefeningen, ten behoeve van de cadetten van de Koninklijke Militaire Academie, welke thans in dit kasteel gevestigd is. Andere, zeker vermeldenswaardige, goedbewaarde over blijfselen uit vroeger tijden zijn: Het Kasteel Bouvigne, nabij het Mastbosch. Een kas teeltje, dat zijn naam ontleent aan het middeleeuws Brabantse woord „bouverije". dat laag weidegebied be tekent. Het kasteel moet rond 1612 gebouwd zijn door 'ohan Baptist Keermans, ridder en eerste raadsheer van Philips Willem van Oranje, oudste zoon van Willem de Zwijger. Het Begijnhof, gesticht in 1240 door Machteld van Diest, huisvrouwe van GOdevaert IV, gelegen aan de Catha- rinastraat, het enige nog door begijntjes bewoonde Be gijnhof van Nederland. Ongetwijfeld het meest markante in het stadsbeeld van Breda is de Grote Kerk, met zijn toren van 97,70 m. hoogte. Gebouwd in de periode 14001548, is zij één van de fraaiste voorbeelden van gotische architectuur. Na het exterieur van deze kerk bezichtigd te hebben moet men zeker ook het interieur gaan bekijken. Hier vindt men o. m. het in albast uitgevoerde praal graf van Graaf Engelbert II van Nassau, een natuur stenen altaar met drieluik (1550), een eiken koorhek (15671581), de koorbanken (1535), de koperen doop vont (1540) en de preekstoel (1640). Laten wij evenwel de geschiedenis voor wat zij is en bepalen wij ons tot het heden. Breda geldt in velerlei opzichten als interessante woon- en verblijfsstad. Herinnert de binnenstad, met zijn Bourgondische Grote Markt, merendeels aan het verleden, de buitenwijken getuigen van gezonde opvattingen van moderne bouw kunst. Wat in de buitenwijken het eerst opvalt is de ruime wijze waarop e. e. a. is opgezet. Plantsoenen, parken en groenstroken onderbreken de bebouwing en geven de bewoner licht en lucht en de kinderen de benodigde speelruimte. De bewering, dat men in grotere steden dreigt te ver stikken geldt zeker niet voor Breda. ■owling in Breda Foto: Cas Oorthuys

Adresboeken, wijk- en huisnummering

Adresboeken | 1968 | | pagina 24