Literatuur.
G. van der Aura, Geschiedkundige bij
dragen betreffende het Norbertines-
senkiooster St. Catharinadal.
Bijzonderheden, De voornaamste en
minst bekende voorvallen geduuren-
de de belegering, inneming en her
neming der stad Breda in den jaare
1793, door een Bredanaar.
Dr. J. F. Corstens, Geschiedkundige Bij
zonderheden van Breda. (Uitg. P. C. C.
Peereboom, Breda, 1900).
Duijm, De cloeck-moedige ende stoute
daet, van het innemen des casteels van
Breda, comedische wijse in dichte ghe-
enstelt. (1606).
AanlegElectrïsche-, licht-, kracht
en Neon-installatie's
Joh. P. van der Ven
Wilhelminasfraat 44 Breda Tel. 3602
Erens, dr. Ambr, O. Praem, De Herwor
ding van St. Catharinadal te Breda,
na de Nederlandsche Beroerten. (Ton-
gerloo, 1927).
Erens, dr. Ambr. O. Praem, De oorkonden
van het Norbertinessenklooster St.
Catharinadal te Breda-Oosterhout.
Grafzerken, De, in de Groote of O.L. Vr.
Kerk te Breda, (Den Bosch, z.j.).
Th. E. van Goor, Beschrijving der Stad
ende Lande van Breda, (van den Kie-
boom, Den Haag 1744).
Hallema, A., De oudste gedrukte bron
nen der Bredasche turfschip-historie
uit de jaren 1590 en '91, (1925).
Haslinghuis, A., Oud Breda, (1914).
Havermans, De Bredasche Klio.
Hingman, Inventaris van het archief dei-
stad Breda, loopende tot '10 Dec. 1813,
(1884).
Hoeven, G. G. van. der, Geschiedenis dei-
vesting Breda, (1868).
Hugo, La siège de la ville de Breda.
(1631).
Juten, A., Het klooster Vredenburg te
Boeymeer, (1910).
J. Kalf, De Monumenten in de voor
malige Baronie van Breda. 1912. (Uitg.
A. Oosthoek, Utrecht 1912).
J. R. Baron van Keppel, Eenige wetens
waardigheden betreffende de Groote of
O.L. Vr.-kerk te Breda. (Uitg. H. En-
gelbregt, Breda, z.j.).
Mr. A. G. Kleyn, archivaris van Breda,
Geschiedenis van het Land en de Hee-
ren van Breda tot de afscheiding van
Bergen op Zoom, (Broese Co., 1861).
Krüger, J. B., Kerkelijke geschiedenis
van het bisdom Breda, 4 dln. (Bergen
op Zoom 1872—'78).
L. van Miert S.J., Verhaal van hetgeen
er onlangs is voorgevallen bij de be
legering en inneming van Breda in
1637.
Nieukerken, M. A. van, Iets over de res
tauratie van de Groote of Ol. Vr. kerk
te Breda. (Bred. Boek. en Uitg. Mij.
v.h. Broese en Peereboom, 1933).
Pater Placides, O.M. Cap., Rechtsgeding
van het Begijnhof te Breda in de 16e
en 17e eeuw. (J. J. van Turnhout, Bre
da, 1939).
Idem, In en om het Bredasche Begijnhof,
Uitg. Mij. Neerlandia, 1937.
Th. M. Roest van Limburg, Het Kasteel
van Breda, Roelands, Schiedam, 1904.
P. de Swart, Het blyde Breda ofte Kort
Verhaal van de plechtige intrede van
den Allerdoorluchtigsten Vorst Willem
Karei Hendrik Friso als Heer en Ba
ron van Breda ende H.K.H. Anna,
Kroonprincesse van Engeland, Schot
land, Vrankrijk, Ierland, enz. enz.
(Uitg.: Joh. van den Kieboom, Breda,
1737 en Jac. van den Kieboom, Den
Haag, 1737).
Sententie tegen Alexander, Grave van
Bylandt, geweest zynde Commandant
van Breda, toen de Stad in den jare
1793 door de Franschen belegerd werd.
(Uitg. C. Bom, Amsterdam, 1794).
Tirion, Isaac, Tegenwoordige Staat der
Vereenigde Nederlanden, deel II: de
Generaliteitslanden. (Amst. 1751).
Stoomwasserij «DE MARK"
Firma P. I. van Glabbeek
Boeimeersingel - Breda - Tel. 4784
Speciale afdeling voor de fijne wat.