10
3° Afdeding. Nationale Militie en Schutterij.
J. G. Blncser, eerste commies.'
C. de Jongh en F. H. van Huiten, gemeenteboden.
O. van Thoor, concierge op het raadhuis.
VERSCHILLENDE GEMEENTE-AMBTENAREN
EN BEDIENDEN,
waaronder niet-bozoldigdcii met een zijn aangeduid.
*Aken, (J. A. van) commissaris der visclimarkt.
Bank, (J.) keurmeester der viscli.
Besier, (J.) klerk en schatter in de bank van leening.
Cerutti, (F. F. X.) directeur der bank van leening.
Buurland, (J. H.) opzichter bij de gemeente-reiniging.
Engbersen, (F. B.) deurwaarder der plaatselijke middelen.
Ernst, (A.) bode bij het burgerlijk armbestuur.
Freijsen, (J.) pandbewaarder in de bank van leening.
Frishert, (F.) torenwachter.
Glas, (M. de) omroeper.
Heiden, (M. C. van der) keurmeester der visch.
Jobse. (J.) concierge van het stedelijk ziekenhuis.
Jongh, (C. de) bode der brandweer en nat. militie en aanplakker.
Jongh, (A. Ch. de) meesterknecht bij de gemeentewerken.
Klaaijsen, (J.) meesterknecht bij de gemeentereiniging.
Kerkoerle, (H. A. van) opzichter bij de gasfabriek.
Kroes, (C. A.) keurmeester van het vee en vleesch.
Lamers, (G.) gemeente-architect.
Paijens, (P. W.) directeur der gasfabriek.
Scholte, (J. M.) boekhouder der gasfabriek.
Sluijters, (H.) rentmeester van het oude-mannenhuis.
Stap, (A. J. B.) rentmeester van het burgerlijk armbestuur.
Steenstraeten, (Ch. W. van der) torenwachter.
Verdaasdonk, (C.) klokkenist.
Vlaminkx, (J.) gaarder van bruggelden en commissaris bij de
stadsarbeiders.
Vossenaar, (W.) gaarder van rechten en 'loonen, haven- en waag-
meester, afslager der visch.
Waals, (H.) opzichter der beplanting en wegen en der algemeene
begraafplaats.
SCHUTTERIJ.
A. J. M. van Gocli, majoor-kommandant.
Dr. H. van Wijngaarden, officier van gezondheid.
J. G. Blaeser, le luitenant-kwartiermeester.